Dat zei staatssecretaris Henk Bleker (belast met internationale handel) woensdag tijdens een Kamerdebat over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Critici vinden dat Shell zich in de Nigerdelta, in het zuiden van Nigeria, bij de oliewinning schuldig maakt aan het schenden van de mensenrechten.

Volgens Bleker wordt Shell ,,met vasthoudendheid” aangesproken door vertegenwoordigers van het kabinet, of dit nou de vicepremier is, een minister of een staatssecretaris. Omdat de situatie in de Nigerdelta ook de Nederlandse overheid zorgen baart, is er geen sprake van een ,,achteroverleunende overheid”, aldus de bewindsman.

Rol in Nigeria

In januari werd Shell in de Tweede Kamer tijdens een hoorzitting aan de tand gevoeld over de rol die het bedrijf speelt in Nigeria. Daar raakt door lekkende oliepijpen landbouwgrond en viswater onbruikbaar. Verder ontstaan er gezondheidsproblemen bij de lokale bevolking, onder meer doordat grondwater vervuild is geraakt. Ook fakkelt Shell tegen de regels in gas af, wat slecht is voor het milieu.

Minister Maxime Verhagen (Economische Zaken) heeft recentelijk over de kwestie gesproken met de baas van Shell, Peter Voser. Bleker: ,,Onze zorgen zijn daarin expliciet voorgelegd. Daarin is ook gevraagd om de spoedige beëindiging van het affakkelen van gas door Shell. Zijn daar concrete afspraken gemaakt? Nee, dat niet. Maar we zullen deze punten steeds in periodiek overleg aankaarten.”

Bleker vindt wel dat Nederland wat betreft het ,,actief oplossen van uitdagingen'' niet op de stoel mag gaan zitten van nationale of lokale overheden in Nigeria. Die, en Shell zelf, zijn hoofdverantwoordelijk voor oplossingen, zei hij.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl